Toen Leonardo da Vinci ‘Het laatste avondmaal’ schilderde, maakte hij gebruik van modellen om Jezus en zijn apostelen te schilderen. Voor de beeltenis van Jezus maakte Da Vinci gebruik van een nobel uitziende jonge man met de naam Pietri Bandinelli, die in de kathedraal van Milaan werkte.
Na jaren van schilderen legde Leonardo da Vinci de laatste hand aan het meesterwerk. Alleen het gezicht van Judas moest nog geschilderd worden. Da Vinci ging op zoek naar iemand die model kon staan, en bracht een bezoek aan de gavangenis. Daar ontdekte hij een misdadiger met een koude, harde gelaatsuitdrukking. Het gure gezicht van deze man was precies het gezicht dat Leonardo Da Vinci in gedachten had voor de apostel die Jezus verraadde.
De man werd naar Leonardo Da Vinci’s atelier gebracht en de schilder ging aan het werk. Na een paar dagen ontdekte Da Vinci dat de man zat te huilen. Toen hij hem vroeg wat er aan de hand was antwoordde de man:
“Maestro, kent u mij niet meer? Ik was 25 jaar geleden ook in uw atelier, toen ik model stond voor Jezus Christus.”
Waar of niet waar?
Sinds het boek ‘The Da Vinci Code’ van Dan Brown staat ‘Het Laatste Avondmaal’ erg in de belangstelling. Het oorspronkelijke verhaal is nog iets langer en bevat de boodschap dat je Jezus niet moet afwijzen en op het rechte pad moet blijven. Wie zich in het verderf stort eindigt als Judas, aldus de stichtelijke boodschap.
Amerikaanse christenen denken dat het verspreiden van christelijke broodje aap verhalen een prima manier is om Gods Woord te verkondigen.
Maar ter zake: Bovenstaand verhaal is niet waar.
1. Da Vinci schilderde ‘Het laatste avondmaal’ tussen 1495 en 1498. Dat is 3 jaar en geen 25 jaar.
2. ‘Het laatste avondmaal’ werd niet in een atelier gemaakt, maar in een kerk.
3. Het is geen schilderij maar een fresco.
Hans de Haan meldt:
In “De Gestoorde Buspassagiers” las ik het verhaal “Jezus is Judas”. Mijns inziens is het oorspronkelijke verhaal afkomstig uit Baird T. Spalding’s boek “Life and Teaching of the Masters of the Far East”, Vol. V. (Uitgave: DeVorss & Co., 1955, ISBN 0-87516-088-3.)
Hier volgt het verhaal:
Three of us were in the Vatican and we were talking with a very elderly cardinal, who asked us how we were getting along with the picture “The Sermon on the Mount.” He was quite interested in what we were doing and told us that we would get a lot of information if we would take his card and go to the Louvre in Paris and ask for a certain man and ask to see daVinci’s letters. This was a new lead for us and we were on our way to Paris immediately. We went directly to the Louvre upon arrival, where every courtesy was shown us. Leonardo daVinci’s letters are all there today and this can be proved.
We have always felt that daVinci’s painting was a portrayal of Jesus as he saw Him. It has been proved today, and we have daVinci’s letters proving this, that he saw the Christ in the face of the model he chose to sit for the portrait. He said the man was young, engaged to be married, and there was a beautiful light in his eyes. DaVinci interpreted it as the Christ and painted the portrait as such. This was during the renaissance period when long hair and the beard were the custom. (…)
Two years later the artist decided to paint a picture of Judas, the betrayer. He searched for nearly two years, looking for the one he felt was despicable enough to portray the betrayer. Finally, one morning he was walking through the apache quarter in Paris and here, in a little niche, all dishevelled and in rags and down and out, was the man! He walked up to him and said: “I have painted a portrait of the Christ, now I am looking for a man who will pose for me for the portrait of Judas, the betrayer.” The man looked up and said: “Sir, I posed for the Christ for you.” It was exactly the same man!