Een vrouw is aan het winkelen in een warenhuis. Op een gegeven moment moet ze naar de wc. Wanneer ze op het toilet zit wordt haar handtas, die ze naast zich neergezet heeft, vanaf de wc naast haar weggegraaid. De vrouw schreeuwt moord en brand terwijl ze in allerijl haar broek ophijst en het toilet uitstormt. Uiteraard is de dief dan inmiddels al spoorloos verdwenen.
De vrouw wendt zich tot de klantenservice en vertelt wat haar zojuist overkomen is. De vrouw is alles kwijt. Haar portemonnee, haar bankpasjes, haar creditcard, haar paspoort, haar huissleutels, haar autosleutels: al haar belangrijke persoonlijke zaken zaten in de handtas.
De medewerkster achter de balie troost de vrouw door te zeggen dat het de dieven meestal vooral te doen is om het geld dat in de portemonnee zit. Veel dieven gooien de tas weg nadat ze het geld eruit hebben gehaald. Meestal wordt de tas weer teruggevonden.
En inderdaad: na een paar dagen krijgt de vrouw een telefoontje. Het is de bedrijfsleider van het warenhuis. Haar tas is teruggevonden.
“U kunt uw tas ophalen. Hoe snel kunt u hier zijn?”
“Het is twintig minuten rijden. Over een half uurtje ben ik bij u.”
“Heeft u geen babysitter nodig voor de kinderen?”
“Nee hoor. Mijn kinderen zijn allebei net naar school.”
“Ik heb u of uw man toch niet wakker gemaakt hoop ik?”
“Mijn man is net naar zijn werk gegaan.”
De vrouw hangt de telefoon op en rijdt opgelucht naar het warenhuis. Daar weet men echter helemaal niets van een teruggevonden tas. De vrouw rijdt teleurgesteld terug naar huis en moppert op de grappenmaker die haar gebeld heeft.
Thuisgekomen vindt ze haar hele huis leeggeroofd terug. De inbreker had eerst telefonisch even gecheckt hoeveel tijd hij zou hebben en of hij niet verrast zou worden door kinderen, een echtgenoot of een babysitter.
Waar of niet waar?
Hoewel er nogal wat variaties op dit thema in omloop zijn, wordt dit verhaal sinds de jaren zeventig over de hele wereld verteld. De versie hierboven stamt uit de Verenigde Staten. In Nederland vertelt men het verhaal meestal iets anders.
In de ‘Nederlandse versie’ wordt een fiets van een echtpaar gestolen. Na een dag staat de fiets weer keurig voor de voordeur. Met een briefje eraan: “Sorry voor het ongemak, maar ik had snel een fiets nodig.” Bij het briefje zitten twee kaartjes voor een theatervoorstelling die avond. Wanneer het echtpaar na een geslaagde avond thuiskomt, is het hele huis leeggeroofd.