Een vrouw is uitgenodigd bij een rijke dame die in een luxe bungalow woont. Vanaf het moment dat ze is uitgenodigd, is de vrouw zenuwachtig. Ze is niet gewend om op bezoek te gaan bij de ‘upper class’ en ze is bang dat ze zich niet volgens de etiquette gedraagt, dat ze niet op de juiste manier gaat zitten en haar theekopje niet op de juiste manier vasthoudt.
Wanneer de vrouw stijf van de zenuwen aanbelt, komt er over de oprijlaan een grote, zwarte hond aanlopen die met de vrouw mee naar binnen gaat. Ook dat nog. De vrouw is eigenlijk bang van honden, maar om geen slechte indruk te wekken, besluit ze er niets van te zeggen tegen haar gastvrouw.
De ontmoeting verloopt stroef. De vrouw probeert zich zo goed mogelijk te gedragen, geheel volgens de etiquette, maar de hond doet dat duidelijk niet. Hij eet koekjes van de schaal, laat stinkende winden en kwijlt op het dure tapijt.
Wanneer het bezoek tenslotte is afgelopen zegt de rijke dame: “Ik vond het leuk dat je langs bent gekomen, maar wil je wanneer je de volgende keer weer op visite komt je hond alsjeblieft thuislaten?”
“Mijn hond?”, zegt de vrouw. “Ik dacht dat het uw hond was.”
Waar of niet waar?
Dit verhaal is ruim 90 jaar oud. Het verhaal stamt van oorsprong uit Engeland. De meest waarschijnlijke bron van het verhaal is de roman ‘Emily climbs’ van Lucy Montgommery uit 1924.