Jane en Melissa deelden samen een studentenflat op de campus van een Amerikaanse universiteit. Rond 9 uur ’s avonds herinnerde Jane zich dat ze haar bibliotheekboek nog terug moest brengen. Ze vertelde haar huisgenote dat ze naar de bibliotheek ging en waarschijnlijk nog even de kroeg in zou duiken. Ze vroeg Melissa of ze meeging, maar die vertelde dat ze vroeg ging slapen. Ze vroeg Jane of die de lichten uit wilde doen als ze naar buiten ging.
Jane deed dit en ging op weg naar de bibliotheek. Onderweg kwam ze een vriendin tegen, met wie ze even bleef praten. Opeens realiseerde ze zich dat ze het boek was vergeten. Ze ging terug naar huis om het op te halen. Om haar huisgenote niet wakker te maken, zocht Jane in het donker naar het boek. Met het boek onder haar arm ging ze vervolgens opnieuw naar de bibliotheek, waarna ze met een paar vrienden de kroeg inging.
Toen Jane midden in de nacht terugging naar huis, stonden voor haar deur een ambulance en een politie-auto. Een agent nam haar mee naar haar studentenflat. Daar zag Jane twee dingen die ze haar hele leven niet meer zou vergeten: de matras van haar huisgenote zat onder het bloed, en iemand had met lipstick op de muur geschreven:
“Ben je niet blij dat je het licht niet hebt aangedaan?”
Waar of niet waar?
Niet waar. Het is een klassiek verhaal, en een hele mooie. Het verhaal werd in 1998 verfilmd in de gigantisch geflopte film ‘Urban Legend’.