Een bedrijf dat al enkele jaren de bovenste twee etages huurt van een vier verdiepingen tellend gebouw, besluit op een dag het tapijt te vervangen. Op de derde verdieping wordt het formaat opgemeten en na enkele dagen wordt het tapijt bezorgd.
Het tapijt op de derde verdieping past perfect, maar op de vierde verdieping is er een probleempje. De tapijtleggers houden twee meter tapijt over. Dat is vreemd, aangezien beide verdiepingen even groot zijn.
Wat blijkt: Nadat het pand gebouwd was, ontdekten de bouwvakkers dat ze op de bovenste verdieping de betonmolen hadden laten staan. Bouwlift en steigers waren al verdwenen en het zou een hels karwei zijn om de zware betonmolen via het trappenhuis omlaag te tillen.
De bouwvakkers besloten daarom om de betonmolen tegen de muur aan te zetten en er met gipsblokken snel een muurtje voor te metselen.
Waar of niet waar?
Dat broodje-aapverhalen overal verteld worden mag blijken uit dit verhaal, dat uit de voormalige DDR stamt. In Oost-Duitsland is dit een klassiek verhaal. Het zou zich in Berlijn, Leipzig, Dresden en tal van andere steden hebben afgespeeld.