Een automobilist rijdt op een provinciaalse weg waar permanente snelheidscontrole wordt gehouden. Op het moment dat hij een camera voorbijrijdt, ziet hij dat hij geflitst wordt. Omdat hij zeker weet dat hij niet harder dan de toegestane snelheid heeft gereden, besluit hij de proef op de som te nemen: hij keert zijn auto en passeert de camera nog eens, dit keer slechts met 70 km/u. Tot zijn verbazing en ergernis wordt hij weer geflitst.
In een vlaag van woede keert hij zijn auto opnieuw en passeert de camera met slechts 40 km/u. Totaal verbijsterd merkt hij dat hij desondanks weer geflitst wordt. Hij besluit daarop dat de camera kapot moet zijn en besluit maar door te rijden en de bekeuringen af te wachten.
Een paar weken later krijgt hij inderdaad drie bekeuringen, echter niet voor snelheidsovertredingen, maar vanwege het feit dat hij geen gordel droeg.
Waar of niet waar?
Er is nog een ander ‘flitsverhaal’:
Een man merkt dat hij geflitst wordt. Hij stopt zijn auto en rijdt terug naar het kastje. Met een krik probeert hij het kastje open te krijgen om het fotorolletje te verwijderen. De verkeerspolitie heeft echter geleerd van eerdere ervaringen en de man krijgt het kastje niet open. De man neemt rigoreuze maatregelen en probeert de camera te slopen. Met redelijk succes.
Een paar dagen later wordt de man gearresteerd. Hij bekent dat hij het kastje heeft proberen open te breken. “Maar hoe wisten jullie nou dat ik dat gedaan had?” “Uw auto was de laatste die op het rolletje stond.”
Verzekeringsmaatschappij Centraal Beheer weigerde in 1999 overigens om radar-flitspalen op provinciale wegen in ons land nog langer te verzekeren tegen vandalisme. Volgens een woordvoerder worden de peperdure fotokasten te vaak gesloopt door snelheidsovertreders die geflitst zijn en hun woede willen koelen op de paal.