Bob en Paula waren al jaren gelukkig getrouwd. De taken in het huishouden hadden zij eerlijk verdeeld. Zij kookte, hij deed de afwas. Zij hield het huis schoon, hij deed de was. Een van Bob’s andere taken was het uitlaten van de hond.
Toen Bob op een avond ziek in bed lag, nam zijn vrouw deze taak op zich. Tot haar verbazing trok de hond hard aan zijn riem toen ze met hem buiten liep. De hond leidde haar langs enkele huizenblokken naar de achterdeur van een bepaald huis. Daar begon de hond verwoed aan de deur te krabben. Van binnen klonk een vrouwenstem. “Ik kom er zo aan, schat.”
Al snel werd de deur geopend door een aantrekkelijke jonge vrouw, gehuld in lingerie. De hond stond op dat moment al binnen, waar hij zich tegoed deed aan een etensbak vol vlees die voor hem klaar stond. Zoals gewoonlijk.
Waar of niet waar?
Niet waar. Het verhaal werd voor het eerst genoemd in het boek “The Mexican Pet” van de Amerikaanse ‘broodje aap deskundige’ Jan Harold Brunvand.
