Twee transporteurs kregen ooit de opdracht om ergens een vrachtje op te halen en deze aan de andere kant van het land weer af te leveren. De vracht bestond uit een grote metalen cilinder, gevuld met vloeistof. De transporteurs hadden al gauw door welke vloeistof er in de cilinder zat, want de hele wagen rook er naar. Alcohol!
Op een parkeerplaats werd gestopt. Tot hun vreugde ontdekten ze dat de cilinder voorzien was van een kraantje. De thermoskan werd erbij gepakt en helemaal gevuld met de alcohol. Dit was pas leven! Totaal beschonken vervolgden de twee na verloop van tijd hun weg.
Op de plaats van bestemming werden de transporteurs verwelkomd door een man in witte jas. “Fijn dat jullie er alle drie zijn.”
“Eeh, we zijn maar met z’n tweeen”, zei een van de mannen.
“Precies. En het lijk dat jullie in de cilinder hebben meegebracht voor ons laboratorium is nummer drie.”
Waar of niet waar?
Dit verhaal is al errug oud en kent heel veel variaties. In een van de varianten gaat het om twee archeologen in een egyptisch graf die een urn met honing vinden die nog steeds goed is…hierin zit een kinderlijkje.
‘Stamverhaal’ van deze legende is waarschijnlijk het verhaal over de Engelse admiraal die in de 17e eeuw tijdens een lange reis overleed. In plaats van een zeemansgraf besloot de bemanning de overleden kapitein
Zijn lichaam werd in een ton met rum gestopt. De alcohol zou er voor zorgen dat het lichaam goed bleef. Bij aankomst in Engeland bleek de ton leeg te zijn. De stoffelijke resten van de kapitein verkeerden al in verregaande staat van ontbinding.
Dit verhaal was begin mei 2006 opeens weer actueel nadat tientallen kranten en nieuwssites melding maakten van een stel Hongaarse bouwvakkers die een vat met rum ontdekten en enfin… je raadt wel hoe het verhaal verder gaat…
