Een oude vrouw keert terug naar haar auto en ziet daar een goedgeklede man staan. Hij legt haar uit dat er een aantal opgeschoten jongeren in de buurt van haar auto aan het klieren waren en hij zolang de wacht heeft gehouden. Daardoor is hij nu echter wel te laat voor zijn zakelijke afspraak. Of de vrouw hem alsjeblieft even een lift wil geven.
De vrouw stemt in, maar is toch een beetje argwanend. Ze vraagt de man om even uit te stappen zodat hij haar uit de parkeerplaats kan dirigeren. Als de man uitstapt, maakt de vrouw dat ze wegkomt. Thuisgekomen merkt ze dat het koffertje van de man nog in haar auto staat. Als ze het openmaakt vindt ze een grote bijl.
Waar of niet waar?
Niet waar. Je kunt als stelregel aanhouden dat broodjes aap waar bijlen in voorkomen niet waar zijn.