Een zakenman rijdt op de snelweg naar een afspraak. Op een gegeven moment ziet hij een lifter staan. Aangezien hij wel wat gezelschap kan gebruiken, stopt hij. Maar meteen nadat de lifter is ingestapt, heeft de man al spijt. De lifter ziet er namelijk sterk, en vooral ook groot en gemeen uit.
Wanneer de zakenman na een paar kilometer weer een lifter ziet staan, aarzelt hij geen moment en stopt hij. Met z’n tweeen sta je tenslotte sterker dan alleen. De tweede lifter is geschoren, goed gekleed en ziet er netjes uit. Maar zodra de nieuwe lifter zich op de achterbank heeft genesteld, haalt hij een pistool uit zijn jaszak en richt dat op de zakenman. Geld wil hij zien, en snel een beetje.
Voor de zakenman echter aan dit verzoek gehoor kan geven, haalt de grote lifter die naast hem zit met een verwoestende elleboogstoot uit naar achteren. De overvaller zakt hierdoor bewusteloos in elkaar. De zakenman zit versteend achter het stuur terwijl de lifter de bewusteloze overvaller in de berm legt, zijn pistool afpakt en een aantal portemonnees en sierraden uit de binnenzak van de overvaller vist.
Als de lifter met het pistool in zijn hand weer in de auto plaatsneemt, smeekt de zakenman hem om genade. Hij zal alles doen wat de lifter zegt. Maar de lifter glimlacht slechts en zegt: “Rustig maar, maat. Ik ga jou niet beroven. Ik heb vandaag een vrije dag.”
Waar of niet waar?
Het verhaal is niet waar. Het wordt ook wel als mop verteld. Maar als “waar gebeurd” verhaal is hij in feite leuker.
