Een woningstoffeerder was bij een dame de vloerbedekking in de kamer aan het vervangen. Het nieuwe tapijt werd keurig uitgerold, met het speciale gereedschap (een staaf met aan het ene eind een rubber stootkussen voor de knie en aan het anderen eind een soort spijkerbed) goed strakgetrokken en vastgelijmd.
Als het werk klaar lijkt te zijn ziet de stoffeerder een bobbel in het tapijt: er ligt iets onder. Hij denkt dat het zijn shag is en liever dan alles opnieuw te doen, pakt hij de staaf en slaat met de rubberen kant de bobbel goed plat.
Even later ruimt hij alles op en doet zijn jas aan. Tot zijn verbazing merkt hij dat de shag daar nog in zit. Dan komt de dame, die even weg is geweest, terug en vraagt aan de stoffeerder: “Heeft u mijn hamster ook gezien?”
Waar of niet waar?
Waarschijnlijk is dit een van de bekendste broodje aapverhalen die er bestaan. In ieder geval in Nederland. Het slachtoffer is soms een hamster, soms een cavia, een rat of een ander klein knaagdier.
Hoewel het verhaal overbekend is, zijn er nog steeds mensen die het verhaal als waargebeurd doorvertellen. Dat is het echter niet.