Een campingbaas aan de Noord-Hollandse kust kreeg ooit bezoek van een grote groep Duitse Hells Angels. De motorrijders wilden de camping gebruiken als uitvalsbasis om tochtjes langs de kust te maken en wilden graag, bitte, een hele week kamperen op de camping.
De campingbaas had zo zijn bedenkingen over de aanwezigheid van 120 Hells Angels op zijn terrein. Geluidsoverlast zou er zijn. Veel drank zou er vloeien. Vechtpartijen wellicht. Misschien wel erger. Desondanks liet hij de Hells Angels toe. Het was rustig op de camping en je zou een dief van je eigen portemonne zijn als je ze zou wegsturen.
De hele week hield de campingbaas de Duitse motorrijders intensief in de gaten. Regelmatig maakte hij een rondje over het veld waar de Hells Angels hun tenten hadden opgezet. Van overlast was echter totaal geen sprake. De motorrijders waren veel weg en als ze op de camping waren maakten ze niet meer lawaai dan andere gasten. Ze sleutelden wat aan hun motoren of zaten met elkaar voor de tent te praten.
Toen de Hells Angels na een week weer vertrokken liep de campingbaas verbaasd over het veld waar de Angels hadden gestaan. Flessen en lege blikjes waren keurig ingezameld en stonden in dozen bij de afvalcontainers. Zelfs het toiletgebouw zag er schoon uit. Maar toen hij de deur van het gebouw opendeed stond hij opeens met het handvat in zijn handen.
Argwanend liep de campingbaas de ruimte binnen. Hij opende de deur van een van de WC’s die prompt uit zijn hengsels viel. Op dat moment zag de man midden in de doucheruimte een afwasbak staan die tot de rand toe vol zat met schroeven. De Hells Angels hadden in een week tijd alle schroeven, bouten en moeren in het hele toiletgebouw vakkundig verwijderd.
Waar of niet waar?
Dit verhaal is waar gebeurd. Het vond begin jaren tachtig plaats op camping Rolandsduin in Wijk aan Zee. De campingbaas heeft meer dan een week nodig gehad om alle schroeven weer op de juiste plek vast te draaien.