Een stel gaat ’s avonds uit eten. Hun trouwe doberman blijft alleen achter om op het huis te passen. Als het stel die avond laat weer thuiskomt, vertoont de hond braakneigingen en heeft het benauwd. Bezorgd gaat men met de hond naar een dierenarts.
De dierenarts kan niet meteen de oorzaak vinden, maar besluit de hond een braakmiddel te geven omdat hem duidelijk iets dwars zit. Na enige tijd braakt de hond een menselijke wijsvinger uit. Snel belt de man naar huis. Hij vertelt zijn vrouw dat ze onmiddellijk het huis moet verlaten. Daarna belt hij de politie.
Wanneer zij het huis van het stel grondig onderzoeken, ontdekken ze in de slaapkamer een doodgebeten, zwaar verminkte inbreker.
Waar of niet waar?
Niet waar. Een van de boeken van de befaamde Amerikaanse folklorist Jan Harold Brunvand heet zelfs ‘The choking Doberman’.
Overigens zijn er ook variaties op dit verhaal waarin de inbreker het er levend afbrengt: verstopt in de badkamer of bewusteloos in een klerenkast.