Een paar jaar geleden deden twee Duitse wetenschappers onderzoek naar erfelijkheid. Ze wilden weten of haarkleur erfelijk bepaald was. Op drie scholen namen de onderzoekers bloedmonsters van in totaal driehonderd kinderen en onderzochten de DNA-structuur. Ze namen ook bloed af van de ouders zodat het DNA vergeleken kon worden met dat van hun kinderen.
De uitkomst schokte de onderzoekers. Van meer dan tien procent van de kinderen stond met 468 zekerheid vast dat ze pappa zeiden tegen een man die hun vader niet was.
Waar of niet waar?
Het is waar. De afgelopen jaren zijn er diverse onderzoeken verricht waaruit via DNA-onderzoek blijkt dat tien procent van alle kinderen inderdaad een andere vader heeft dan zij denken.
Bij veel monogame diersoorten schijnt ‘een afwijking’ van tien procent heel normaal te zijn. Er is geen reden om aan te nemen dat het bij mensen, jouw moeder bijvoorbeeld, anders zou liggen.