Een man die in een abbatoir werkte, besloot om op een vrijdagavond tijdens een kroegentocht een geintje uit te halen.
Toen hij die dag klaar was met werken greep hij wat rauwe ingewanden bij elkaar, stopte ze in zijn broek en ging vervolgens in hoog tempo een aantal kroegen af.
Iedere keer als hij tegenover een vrouw kwam te staan, haalde hij een stuk ingewand te voorschijn en sneed het af met een scherp slagersmes. Iedere keer viel de vrouw flauw.
In de laatste kroeg op zijn tocht deed hij het weer. Die keer viel hij flauw.
Waar of niet waar?
Dit verhaal staat in de bundel “Broodje Aap” van Ethel Portnoy. Of het waar is of niet vermeldt de historie niet.